/> Je zal het maar hebben!: oktober 2011

Over mij

Mijn foto
'Openheid leidt tot begrip' is mijn motto! Daarom deel ik ook hier de ervaringen gevoelens die ik heb als psychisch kwetsbaar persoon op weg naar herstel. Ik heb deze weg al voor een groot deel afgelegd, maar de reis is nog niet afgelopen.

vrijdag 28 oktober 2011

ROL-stoel

Later wordt wel duidelijk waarom ik dit plaatje heb gepost.

Weg

Liefde, vreugde of verdriet
wat op je weg komt weet je niet
dus kijk maar niet zo ver vooruit
het heeft geen nut, je ziet geen fluit

(Toon Hermans)

maandag 24 oktober 2011

Het stormt!

Hier weer eens een teken van leven van mij. Het is lange tijd stil geweest, geen goed teken. Ik zit nog steeds in zwaar vaarwater. Het verdriet heeft de overhand en ik voel me wanhopig over de toekomst. Het eind van mijn behandeling hier komt in zicht, nog 6 weken. En dat zet me flink aan het denken. Ik vind het lastig om alles wat ik nu doormaak op mijn blog te zetten. Maar aan de hand van een metafoor wordt het voor mij wat makkelijker.

Ik dobber nog steeds in mijn bootje in een flinke storm ergens midden op zee. Ik weet niet waar ik ben en ook niet waar ik heen moet. Dit maakt me wanhopig. De dalen tussen de hoge golven lijken steeds dieper te worden, maar toch kan ik steeds de kracht weer vinden om uit het dal te komen. Ook begint mijn bootje steeds meer gebreken te vertonen. De constant beukende golven eisen hun tol en slopen mijn bootje. Ook kom ik niet aan slapen toe omdat ik constant alert moet blijven. Af en toe zie ik ergens een lichtpuntje in de verte. Zou dat die vuurtoren zijn op de pier van die veilige haven, waar ik zo naarstig naar op zoek ben. Maar het lukt me niet om die lichtpuntjes in het oog te houden, laat staan dat ik weet hoe ik ze moet bereiken. Moet ik vertrouwen op mijn interne kompas of moet ik toch meer op de externe bakens afgaan. Ik dobber compleet stuurloos rond. Ook voel ik me eenzaam zo midden op zee en de tranen vloeien rijkelijk. Mijn vertrouwen dat hulp onderweg is, komt beetje bij beetje terug. De storm maakt me bang, maar ik moet er doorheen want er is geen weg terug. En eens zal ik toch bij een lichtpuntje in de buurt komen. Maar wat zal dat lichtpuntje me gaan bieden, hoe ziet die veilige haven eruit en wat heeft deze me te bieden. Maar ik ben bang dat de tijd te kort is om die veilige haven te bereiken van waaruit ik mijn reis kan voortzetten.

dinsdag 4 oktober 2011

Een nieuw hoofd?

Jeugdsentiment. Een verhaaltje over Madelief uit het boek 'Met de poppen gooien'. Dit verhaaltje maakte vroeger veel indruk op mij en wat zou het nu handig zijn om gewoon even een ander hoofd erop te schroeven dat beter samenwerkt met mijn lijf. Was het maar zo simpel ....

Madeliefs nieuwe hoofd

‘Ik ben een keer met m'n kop tegen de tafel gevallen,’ zegt Jan-Willem. ‘Ik had een bult joh, zo groot als een... als een...’
‘Als een tennisbal,’ zegt Madelief.
‘Toen ik vier was heb ik met mijn voet in glas getrapt,’ zegt Roos. ‘Ik bloedde als een...’
‘Als een kraan,’ zegt Madelief.
‘Toen moest ik naar de dokter,’ gaat Roos verder. ‘De wachtkamer was vol. En mijn voet bloedde maar door. Toen mocht ik vóór, anders was ik helemaal leeggebloed.’
Ze zijn even stil. Madelief graaft een kuiltje in het zand. Roos pulkt aan haar pop.
‘In het zwembad ben ik met m'n kin op de tegels gesmakt,’ zegt Jan-Willem. ‘D'r zat een grote scheur in m'n gezicht.’
‘Een scheur?’ vraagt Roos.
‘Ja, een spleet. Een snee. Ik ben nog het water in gegaan, maar ik moest eruit van de badmeester.’
‘Zag die het dan?’
‘Tuurlijk,’ zegt Jan-Willem. ‘Het water werd helemaal rood.’
Roos zit doodstil. Met de pop op haar schoot. Stel je voor: het hele zwembad rood.
‘Ik had vroeger een ander hoofd,’ zegt Madelief.
Roos en Jan-Willem kijken haar verschrikt aan.

‘Wat zeg je?’ vraagt Jan-Willem.
‘'t Was een vreselijk ongeluk,’ zegt Madelief. ‘Ik was nog maar heel klein. Mijn moeder had pas een wasmachine gekocht. Ik was nieuwsgierig. Ik stak m'n kop in de wasmachine toen die heel hard in de rondte draaide.’
‘Dat is om de was te drogen,’ zegt Roos.
‘Ja, dat is zo,’ zegt Madelief. ‘De was was ook wel droog, maar ik was mijn hoofd kwijt.’
‘Waar was die dan gebleven?’ vraagt Jan-Willem.
‘Die draaide in het rond,’ zegt Madelief. ‘Die was eraf geschroefd.’
‘O ja,’ knikt Roos. Nou snapt ze het.
Jan-Willem ziet het ook voor zich.
‘Nou, ík naar de dokter. Met m'n moeder. Want zelf zag ik weinig.’
‘Ik zie het al,’ zei de dokter. ‘Zeker pas een wasmachine.’
‘Ja,’ zei m'n moeder. ‘'t Is wél handig.’
‘Komt u maar binnen,’ zegt de dokter. ‘Ik heb toevallig nog een paar hoofden hangen. Zoekt u maar uit.’ Ik moest passen. Toen hebben we dit hoofd maar genomen.’
‘Welk hoofd?’ vraagt Jan-Willem.
‘Wat ik nou óp heb,’ zegt Madelief.
‘O,’ zegt Jan-Willem. Hij bekijkt het hoofd eens goed.
‘Je hebt geboft,’ zegt hij dan.